Carthago šŸ‡¹šŸ‡³

Ceterum censeo Carthagniem esse delendam (Overigens ben ik van mening dat Carthago vernietigd moet worden), waren de woorden van de Romeinse senator Cato bij het beĆ«indigen van elk betoog dat hij hield in het senaat. Zo’n ruime 2 millennia geleden was Carthago een zeer grote (handels)stad van de zogenoemde FeniciĆ«rs. Een groot tegenstander van het Romeinse rijk en het doel was uiteindelijk dus om de stad Carthago te vernietigen (spoiler: dat is gelukt). Door 3 Punische oorlogen (die zo genoemd werden omdat de Romeinen FeniciĆ«rs niet uit konden spreken), is Carthago in 146 voor onze tijd vernietigd door de Romeinen. Zo’n 100 jaar later kwamen de Romeinen er toch achter dat de ligging van deze stad best nuttig was en zodoende hebben zij de stad weer (deels) opnieuw opgebouwd.

Carthago ligt aan de kust en zo’n 10km van de hoofdstad: Tunis. Heel veel van de bouwwerken van Romeinen/FeniciĆ«rs is er helaas niet meer, aangezien het gesteente ook later voor de bouw is gebruikt. Van de gebouwen die niet volledig zijn verdwenen, zijn er nog wat resten van de thermen van Antonius en een Romeins theater. Ik had stiekem toch wel gehoopt op iets meer, maar helaas moest ik het hier mee doen. Overigens is er weinig tot geen informatie beschikbaar op locatie en word je ook losgelaten om te gaan en staan waar je wilt op dit terrein. Benen breken doe je op je eigen verantwoordelijkheid, maar a la.

De chronologische volgorde van dit verhaal klopt niet helemaal, want eerder op de dag ben ik nog naar het centrum van Tunis geweest, waar je de oude Franse koloniale invloeden zeker kan merken. Na de onafhankelijkheidstrijd die het voerde, werd Habib Bourguiba leider van TunisiĆ«, die zichzelf in ’74 uitriep tot eeuwige president (spoiler: in ’87 werd hij afgezet in een staatsgreep). Een tijd later is zijn standbeeld wat voor de kloktoren in het midden te zien is weer teruggezet.

Na dit korte intermezzo in de hoofdstad vervolgde ik mijn tocht naar de airport om de auto op te halen, wat een ervaring op zichzelf was. De verhuurder zat lekker tegen mij te ventileren over hoe het Dubai prinsesje (die Tunesiƫr is) zich aan het misdragen was en overal aan het zeiken was. Ik kon er wel van genieten. Enfin, ik had mijn auto en kon mijn tocht vervolgen naar Carthago. Bleek dat ik de verkeerde auto had en werd gebeld toen ik aan het rijden was of ik terug kon komen. Met wat geklooi ben ik via een omweg weer teruggereden (waar ik in de tussentijd doodgespamd werd via berichten en bellen, want blijkbaar verwachten zij dat je kan teleporteren).

Na het Tunesische verkeerd al eenmalig getrotseerd te hebben kwam ik aan in Carthago. Dat lulverhaal heb je hierboven al kunnen lezen, dus ik spring gelijk weer door naar Sidi Bou Said (wat sommigen de goedkope versie van Santorini noemen). Een dorpje/stadje ten noorden van Carthago waar alle huisjes wit met blauwe elementen zijn en bovenaan de heuvel een schitterend uitzicht hebben. Ik laat de foto’s wel het verhaal doen.

De tweede dag stond in het teken van rijden en rijden. Met 2 tussenstops, Dougga en Kairouan had ik wat intermezzo’s om even wat frisse lucht te happen. Na een tijdje ging opeens de koelvloeistofnotificatie van de auto op hol slaan en had ik even contact opgenomen met de automaatschappij. De terugkoppeling was: ‘maybe you drive too fast’. Nou ben ik niet vies van een beetje doorgassen, maar 70 in z’n 6 rijden op de snelweg waar je 90 mag, zou niet in mijn straatje van te snel zijn. Uiteindelijk maar bij een tankstation met handen en voeten uitgelegd dat de koelvloeistof bijgevuld moest worden en toen kon ik mijn toch weer vervolgen.

Toch wat later dan gepland kwam ik aan in Dougga (of Thugga of iets wat erop lijkt, er zijn veel schrijfwijzes hiervan te vinden), waar nog veel Romeinse ruĆÆnes te vinden waar. Weinig uitleg hierover te vinden, maar wel leuk om eventjes hier een wandeling gedaan te hebben!

De laatste tussenstop was Kairouan, waar ik wel wat verwachtingen van had, maar eigenlijk vond ik het teleurstellend. Er was 1 grote moskee, die niet meer open was voor bezoekers (enkel in de ochtend) en de Basins van Aghlabides. Dat laatste waren 2 grote gaten met wat stilstaand goor water, dus daar was ik ook vrij snel op uitgekeken. Aangezien ik nog een lang stuk in de auto voor de boeg had, ben ik maar snel weer ingestapt om de tocht te vervolgen.Uiteindelijk moest ik nog een ruim uurtje door het donker, gelukkig kon ik in een treintje aanhaken om begin van de avond in Tezour aan te komen.

Toedels en tot de volgende!

1 reactie

Plaats een reactie