Oaxaca (uitgesproken als waa-haa-kah) is een stad met grofweg een kwart miljoen inwoners. Met een mooie busreis die berg op en bergaf ging richting deze stad, kwamen we uiteindelijk in een dal aan! Alsnog wel een ruime anderhalve kilometer hoog, maar toch he. Het is een vrij gemoedelijk stadje en een van de hoogtepunten, niet alleen omdat het 300 meter hoger ligt, is Monte Albán.
Ik dacht eerst dat het een goed idee was om hier naartoe te hiken, maar ik gaf die intentie al gauw op toen een taxi zich geheel, zonder enige zelfverrijkende intentie, zijn diensten aanbood. Onderweg kwam ik er ook achter dat dit een goed idee was. Een rete steile beklimming, en iedere auto rijdt daarop met een doodswens. Enfin, boven op de berg afgezet door de taxi (in de brede zin van het woord afgezet).

Een fraai stukje bouwwerk wederom, de Zapoteken hadden hier hun bastion gebouwd. De originele naam is niet bekend, maar de Azteken noemden het de Ocelotepec, de heuvel van de Jaguar.

Mooi stukje cultuur weer gezien, daarna was het tijd om de stad in te duiken. Een vrij relaxed stadje wat zeer kleurrijk is. Vooral mooi om op het centrale plein even neer te ploffen of ergens een goeie lunch te pakken. Ik laat de foto’s weer graag voor zich spreken.
Vanavond gaat de reis weer door, richting San Cristobal de las Casas met een nachtbus van 12 uur. Zin an! Voor nu wederom; toedels en hasta la proxima!


