
Hanoi is allemaal heel leuk en aardig, maar daar heb je Vietnam natuurlijk niet mee gezien. Aan het begin van de ochtend werd ik door een man op een scootertje opgehaald en naar een luxe busje gebracht om de reis naar Ninh Binh (effectief Tam Coc gedeelte) te vervolgen. Eventjes later kwam ik aan bij mijn slaapplaats en werd ik heel lief en vrolijk onthaald door ‘mama’ van het Family Hotel, een andere neem bleek ze niet echt te hebben. Ik kreeg gelijk allerlei fruit en thee aangeboden terwijl ik wachtte in de lobby op de volgende bekenden, de broer en zus van mijn favoriete Surinamer.

Ik dacht dat ik van doorstappen hield, maar mensen die maar 10 dagen op reis gaan hebben er nog meer vaart in. Na het huren van wat goedkope scooters, zo zagen ze er ook wel uit ook, gingen we op avontuur door het natuurgebied in de regio. Allereerst kregen we nog duidelijke instructies hoe het belangrijkste op de scooter werkte: de toeter. Ook even nadenken, in plaats van Australië waar men links rijdt, rijdt men hier uiteraard overal waar er plek is. Met een helm die half losschiet als je gas geeft en veel uitlaatgassen in je gezicht zijn we langs allerlei kekke natuurlijke bezienswaardigheden met als (letterlijk) hoogtepunt het Hang Mua viewpoint (dat waren veel treden).
De tweede dag in dit pittoreske dorpje hebben we weer de scooter onder onze reet geplakt en zijn weer mooie stukjes gaan rijden, de zon was wel iets minder aanwezig op de tweede dag, maar je kan ook niet alles hebben. In 2 dagen tijd veel natuur gezien en mijn spieren waren niet geheel blij met die actie, maar ze moeten maar gewoon niet zo zeuren.

Na 2 mooie dagen hier, scheidden onze wegen tijdelijk, ik heb ervoor gekozen om richting Ha Long Bay te gaan voor een tweedaagse tour op een boot om vervolgens weder te keren naar Hanoi.


